maandag 25 augustus 2014

Nog nooit met loden schoenen naar de zaak gegaan

Pleun Troost jubileert 

Veertig jaren werken bij dezelfde baas: dat is altijd iets bijzonders, al komt het wel vaker voor. Maar vrijwel nimmer zul je de jubilaris horen zeggen: ,Nog nooit ben ik met loden schoenen naar de zaak gegaan, geen enkele dag!" En bepaald zeldzaam is, dat de jubilaris naast zijn gewone dagtaak dan ook nog, al jarenlang trouwens, marktkoopman is (alleen op zaterdag), raadslid, ouderling en schrijver van feuilletons en boeken! Wie is dat dan wel?

Verreweg de meeste lezers van ons dagblad zuilen zijn naam wel kennen: Pleun Troost. Want in deze krant publiceerde hij niet alleen Kerstverhalen, maar ook, tot drie keer toe zelfs, een feuilleton. Eerst „De molen van Moerland", toen „Barendje Engelen" (beide ook als boek verschenen) en tenslotte „Vrouw Barendje". En als alles gaat zoals we hopen, verschijnt er binnenkort een vierde feuilleton maar de naam mag ik van Pleun nog niet weten....
 
Veertig jaren bij de zaak op 24 juli. En dat is dan Van den Tol's boekhandel, antiquariaat en uitgeverij. Wie hem kent, weet waarschijnlijk wel dat hij tot de kenners behoort van de oude schrijvers! Ik vroeg hem onlangs naar een portret van Smytegelt. Zo''n oude gravure, zoals je wel vaker ziet. Antwoord van Pleun: „Nee, die zijn er niet.
De laatste was in bezit van de Koning van Frankrijk, maar dat portret is bij een brand in het Louvre vernield., en de andere portretten die U van hem hier en daar misschien tegenkomt, dat is Smytegelt niet, maar een andere oudvader die ze een beetje veranderd hebben!" Pleun kan het weten.... En Pleun wéét het ook. Weet ook meer, veel meer van oude schrijvers dan vele dominees! Een leken-intellectueel kun je hem rustig noemen.

Advocaat
Trouwens, hij had aanvankelijk advocaat willen worden. Maar dat kon, door de financiële omstandigheden in zijn ouderlijk huis, helaas geen doorgang vinden. En toen belandde hij bij Van den Tol.... en bleef er. „We. hebben altijd een buitengewoon goede verstandhouding gehad" Pleun: „Ik herinner me de geboorte van mijn huidige directeur Hans nog heel goed: die kwam met een gebroken armpje ter wereld... en in de oorlog heb ik zijn zusje nog aangegeven op het gemeentehuis want de oude heer Van den Tol lag met een maagbloeding op bed. Wilhelmina heette ze... en ik riep dat expres hard door het loketje: Er is een Wilhelmina geboren!... alle ambtenaren rezen op van hun stoel!"
En zoals de verstandhouding met de oude heer Van den Tol voortreffelijk was, zo is die nu ook met de jonge directeur: „Ik heb hem als kleine jongen menig keer aan de tafelpoot moeten vastbinden, want ''t was een ondeugende jongen!"
Hans van den Tol schiet in de lach, hij herinnert ''t zich nog heel goed. Wat uniek, denk ik, als arbeidsverhoudingen zo liggen tussen werknemer en werkgever! „Och ja", zegt Pleun, „Ik ben toen eigenlijk een stuk van de inventaris hier geworden". „Nee", corrigeert baas Hans, „van de familie kun je beter zeggen!"

Waarom

Bediende bij Van den Tol in Dordt, ouderling en raadslid van Mijnsheerenland, marktkoopman in Rotterdam, op de zaterdagse Centrummarkt... en schrijver! „Waarom ben je eigenlijk gaan schrijven, Pleun?" vraagt Hans....
En dan antwoordt Pleun, met de karakteristieke pijp in de mond en de bril vooruit op de punt van z'n neus, terwijl hij beurtelings Hans en mij diep in de ogen kijkt: „Dat ben ik gaan doen, en dat doe ik nog steeds, om de mensen iets mee te geven, in verhaal vorm, dat leiden kan naar de weg der zaligheid... Ze zeggen wel eens: al die figuren in je verhalen zijn zo positief, maar dat komt omdat ik een ontzettende hekel heb aan mensen die negatief zijn... Ik sta niet naar grote dingen.... ik ben ook niet literair geschoold..., maar 't groeit onder m'n handen.
En ik probeer naar voren te brengen dat 'n leven zonder God een doelloos leven is, dat uit moet lopen op de totale vernietiging... En ik geloof, dat er aan positieve, christelijke figuren een grote behoefte bestaat.
Laatst werd mijn vrouw opgebeld door iemand die Barendje Engelen gelezen had. Hij zei: dat zijn toch allemaal echte en levende figuren? Ja, zegt m'n vrouw. Toen zegt-ie: dan kom ik naar U toe om de adressen, want zulke mensen wil ik wel eens zelf ontmoeten! Kunt U nagaan"!


Pleun Troost de stille, bescheiden knecht van Van den Tol heeft Gode zij dank door zijn boeken, feuilletons en ook in de gesprekken ons iets te zeggen! Omdat God hem iets te zeggen had... al veertig jaren lang!

Uit het Reformatorisch Dagblad van 21 juli 1975

Pleun Troost werd in Mijnsheerenland geboren en zou er z'n hele leven blijven wonen. Schrijver Pleun Troost, geboren in 1917 en overleden in 1997. Hij was jaren lid van de gemeenteraad. Over zijn geliefde geboortestreek, die hij op z'n duimpje kende, schreef hij in zijn leven ruim dertig romans. Die geven allemaal een treffend beeld van de sfeer en de gewoonten in de Hoeksche Waard. (Bron: Het Kompas 9 juni 2010)


Boekenstek heeft altijd wel boeken van Pleun Troost op voorraad. Kijk maar op onze site

Geen opmerkingen:

Een reactie posten